De klimaatcrisis domineert het nieuws. Gaat de wereld verloren? Is ons lot in handen van de politiek? De waarheid is: mensen kunnen meer doen tegen klimaatverandering dan ze zelf beseffen.

De belangrijke VN-klimaattop van Glasgow is voltooid, met een gemengd resultaat. Als overheden en bedrijven echte stappen zetten richting een duurzame systeemverandering, zoals in Glasgow aangekondigd, dan kan het niet anders dan dat we (net op tijd) de wereldwijde opwarming tot twee graden kunnen beperken.

Maar dat ‘we’, daar schuilt juist het probleem. De consument/burger/kiezer – jij en ik – zullen ook aan de bak moeten. ‘We’ veroorzaken door het eenvoudige feit dat we bestaan, leven en werken, nogal wat uitstoot.

Plastic rietjes maken geen verschil

Zin en onzin van individuele klimaatactie zijn de afgelopen jaren vurig besproken, en terecht. Heeft het bijvoorbeeld nut om vliegschaamte aan te wakkeren? Kunnen we echt stemmen met onze portemonnee, door vuile producten niet te kopen? Misschien leiden we met de focus op de eigen verantwoordelijkheid, de aandacht af van vervuilende bedrijven die hun handen in onschuld kunnen wassen (Shell: ‘zolang er vraag is naar olie, blijven wij lekker pompen’). Of heeft het weigeren van plastic rietjes en het verlagen van de thermostaat geen effect, omdat je klimaatafdruk daar uiteindelijk nauwelijks door vermindert.

Ik ben na redelijk wat jaren in de klimaatwereld rondgelopen te hebben, tot de conclusie gekomen dat het tegenhouden van klimaatverandering toch echt een collectieve opdracht is, van organisaties én mensen. Een opdracht waarin iedereen een steentje kan (niet: moet) bijdragen, naar eigen vermogen. We kunnen de klimaatverandering niet overlaten aan de CEO’s en premiers alleen. 

Dit heeft alles te maken met de uitstoot die huishoudens maken, in Nederland tussen de vier tot wel vijftig ton CO2 per jaar (Hoe rijker je bent, des te hoger je uitstoot meestal is). Zo komt liefst de helft van die klimaatafdruk van personenvervoer: met name vliegen en autorijden belasten het klimaat en milieu zwaar. Denk verder aan de verwarming van huis en water met aardgas, het gebruik en verbruik van allerlei spullen inclusief kleren – en de zaken die we eten en drinken. 

Klimaatacties die zin hebben

De impact van ons gedrag is geen sinecure en kunnen we desgewenst bijstellen. Vandaag nog kunnen ‘we’ beginnen met het verlagen van onze carbon footprint, zonder het grotere plaatje van de benodigde systeemverandering uit het oog te verliezen.

Waar te beginnen? Met zinvolle individuele klimaatacties die niet of nauwelijks ten koste gaan van onze levensstandaard. Wie elektrisch gaat rijden, een vegetarisch dieet volgt, overschakelt op duurzame elektriciteit en een warmtepomp koopt, langer met minder kleren doet en sowieso minder goederen koopt, is heel goed bezig. Denk ook aan het beperken van vliegvakanties – weekendjes weg naar Lissabon kunnen we beter omruilen met een Thalys-trip naar de Franse zuidkust. Iets controversiëler, maar niet minder impactvol, is het krijgen van minder kinderen. Beleggen in groene bedrijven helpt ook.

Dit soort acties werkt aanstekelijk. Het is bewezen dat mensen sneller geneigd zijn om zonnepanelen aan te schaffen, als de buren dat ook hebben gedaan. Zelf heb ik met een grotendeels vegetarische levenswijze, veel vrienden en familieleden (onbewust) richting vermindering van hun vleesconsumptie geduwd. En als je een elektrische auto koopt, wil je naast zonnepanelen waarschijnlijk ook een thuisbatterij hebben om de zelf opgewekte energie op te slaan. Iedere aankoop van zo’n batterij is bovendien een stem: een directe steun voor de omslag naar een decentraal en duurzaam energienetwerk.

Praten over klimaat helpt

Over stemmen gesproken, is het ongelofelijk belangrijk dat het debat over klimaatactie snel op gang komt, voorbij het vierjaarlijkse ritueel in het stemhokje. De opwarming van de aarde is zo urgent dat we die we niet kunnen overlaten aan Den Haag, ook al zijn de meeste partijen nu wel doordrongen van de ernst van de klimaatcrisis en staat het onderwerp hoog op de Haagse agenda. Met dank aan de klimaatstakende jongeren, wiens geduld terecht op is, en die al enkele jaren de druk op de politiek flink opvoeren.

Om tot collectieve actie te komen die niet vanuit Den Haag wordt gestuurd, moeten we dan wel de huidige ‘geconstrueerde stilte’ rond het klimaat doorbreken. Net zoals de dood en enge ziektes, praten we liever niet over de rampspoed die het klimaat nu en in de toekomst gaat brengen. Of heeft u recent nog aan de cafétoog een balletje opgegooid over de overstromingen van afgelopen zomer, of het effect van smeltende gletsjers in de Himalaya op de watervoorziening in India?

Het met elkaar bespreken van zowel urgentie als oplossingen is nodig omdat er nu een stille meerderheid is die zich zorgen maakt, maar niet goed weet wat te doen. Een gesprek over het klimaat aangaan is de eerste stap die we kunnen zetten om tot echt collectieve actie over te gaan. Om de zorgen op tafel te krijgen, maar ook om ons leven te veranderen.    

Deze dialoog heeft alles te maken met burgerschap. Mogen we het klimaat aan onze leiders overlaten? Nee. De rol die we allemaal hebben in hét onderwerp van de 21ste eeuw, kunnen we zien als een bijdrage in een heuse revolutie. Een kleine bijdrage wellicht, maar absoluut een noodzakelijke.

Lees meer over klimaatactie in mijn boek Zo redden we de wereld. Dertig acties om klimaatverandering te stoppen